Broeder Everardus was in al zijn eenvoud een bijzonder mens en minderbroeder. In gebed en beschouwing leefde hij samen met God voor iedereen. Jan Witte wordt op 25 juli 1868 in Hoorn geboren. Jan groeit op in een welvarend gezin. Als het gezin naar Alkmaar verhuist, wordt Jan daar misdienaar en in Jan begint het verlangen om priester te worden te groeien. De studie’ s op het klein seminarie en het gymnasium zijn te zwaar voor hem, en Jan wordt bakkersleerling. Dit is ook niet wat Jan zoekt en in 1891 kan Jan intreden in het Franciscanenklooster in Alverna. Everardus wordt Jan’ s kloosternaam. Hij is een gezellige en vriendelijke broeder die gevoel voor humor heeft, goed kan vertellen en valt dan ook al op door zijn voorbeeldig gedrag.

Na het afleggen van zijn professie wordt Everardus overgeplaatst naar Megen. In Megen wordt Everardus al snel tot portier benoemd. Mensen van alle rangen en standen komen bij hem aan de poort: zwervers, marskramers, echtparen en ouderen komen hem allemaal vragen om een gebed voor een goede toekomst. Everardus maakt geen onderscheid, is een luisterend oor voor iedereen en zegt altijd: “zullen we er samen voor bidden”. Na een val in 1929 wordt het portiers werk te zwaar, omdat Everardus door de val moeilijk kan lopen. Hij helpt mee in de huishouding en krijgt meer tijd om te schilderen. Zijn schilderijen zijn veelal religieuze voorstellingen.

Everardus sterft op 22 december 1950 op 82 jarige leeftijd. Hij wordt begraven op het kloosterkerkhof in de kloostertuin. Nu begint de verering van Broeder Everardus te groeien. Iedereen wil het graf van Everardus bezoeken, jong en oud, man en vrouw. Het betreden van een klooster is tegen de regels van het slot. Om niet iedereen teleur te stellen werd besloten om een speciale kapel voor hem naast het klooster te bouwen, met een fraai graf. Tot op de dag van vandaag komen mensen naar zijn graf om Everardus te vragen om voor hen te bidden. Gebedsintenties worden bij Everardus achtergelaten op briefjes die men in zijn mouw of kap stopt. Deze worden allemaal tijdens de donderdagavond mis voorgedragen. Daarna worden deze allemaal bewaard, in een archief, achter de kapel.